Valéncia

= mogelijk naar de Spaanse stad.

Klein geslacht van tandkarpers met 3 soorten uit de familie van de ➛Valenciidae.

Langgerekte, maar desondanks fors aandoende tandkarpers uit Zuid-Europa met een stompe snuit en een hoge staartwortel. Bewoners van moerasachtig gebied in de kuststrook met helder water.

De kop is van boven licht afgeplat, de bek is enigszins bovenstandig. Rug- en aarsvin zijn gelijke groot en ver naar achteren geplaatst. Alle vinnen zijn afgerond, ook de buikvinnen. Meerdere soorten zijn bedreigd door het verdwijnen van de leefomgeving en introductie van concurrerende soorten.

Makkelijk te houden, sterke vissen met een roofzuchtige aard. De dieren kunnen bij kamertemperatuur worden gehouden. Vraatzuchtige dieren die vrij grof voedsel lusten, ook droogvoer.

Vraagt vrij veel ruimte, liefst goed beplant, met beperkte ➛stroming.

Over het algemeen niet moeilijk te kweken vissen. Voor een goede kweek is het aan te bevelen de dieren 's winters kouder te houden. Verhoog voor de kweek de temperatuur naar het aangegeven maximum. Eieren worden tussen planten nabij het wateroppervlak afgezet. Mannen zijn in eerste instantie agressief naar vrouwen, tot bijtens toe, tot deze kuitrijp zijn en de mannen benaderbaar worden. ➛Eierrovers. Het opkweken van de jongen is eenvoudig, deze eten direkt Artemia naupliën.

De dieren worden zeer zelden aangeboden.

hispánica

Valenciennes 1846

Inheems in het oosten en zuiden van Spanje.

Uiterlijk als vermeld bij het geslacht. Grondkleur zilverglanzend beigewit, met een goudbruine rug tot aan de rugvin. Achter de kieuwen een langgerekte gele vlek. Op de flanken onregelmatige, dunne, eveneens goudbruine dwarslijnen, daartussen lichtblauw. Ongepaarde vinnen met een fijn stippenpatroon. Vrouwen groter, onopvallend gekleurd, met een zwakke lengtestreep. Mannen met gele vinnen.

Lengte ♀ tot 8 cm, ♂ tot 6 cm.

Verzorging en gedrag als bij het geslacht beschreven.

De kweek is niet moeilijk en verloopt als aangegeven bij het geslacht. Tot 300 vrij grote, heldere eieren worden afgezet, welke na ongeveer twee weken uitkomen.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 10 tot 24° C

pH: 6-7

De soort is ernstig bedreigd, vermijd daarom wildvang dieren.

letournéuxi

Sauvage 1880

Inheems in de westelijke kuststreek van Albanië en Griekenland (Peloponnesos).

Lengte ♀ tot 8 cm, ♂ tot 6 cm.

Verzorging en gedrag als aangegeven bij het geslacht. Minder agressief dan V. hispanica.

Kweken kan en verloopt als aangegeven bij het geslacht. De eieren komen na twee tot drie weken uit, afhankelijk van de temperatuur. De jongen groeien vrij traag.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 10 tot 25° C

pH: 6-8   dH: 8-30   fH: 14-53   ppm: 130-500

De soort is ernstig bedreigd, reden om uitsluitend nakweek te kopen.