ScatophagusScatophagus tetracanthus

Scatóphagus

= mesteter.

Klein geslacht van argusvissen met 2 soorten uit de familie van de ➛Scatophagidae.

Grote vissen die in het wild voornamelijk in zee-, maar als jong dier ook in ➛brak en zoet water voorkomen. Ze leven rond koraalriffen, al betreft het geen typische koraalvissen, in riviermondingen en ➛mangrove.

Lichaamsbouw als beschreven bij de familie. Gifklieren aan de basis van de stevige rugvinstekels. De naam wijst op het eten van uitwerpselen, maar bewijs daarvoor is er niet, en ook darmonderzoek kan dit niet bevestigen. Het zijn gulzige alleseters die onder meer ➛detritus uitfilteren op eetbare onderdelen, algen en hogere planten, maar ook het gebruikelijke levend voer, zoals muggenlarven en kleine kreeftachtigen. Biedt daarom mix van ➛dierlijk en ➛plantaardig voer aan. Dieren die lang worden verzorgd kunnen uit de hand worden gevoerd. Enige voorzichtigheid is daarbij wel aan te raden: de rugstekels kunnen gifklieren bevatten.

Over de voortplanting van deze vissen is nog steeds weinig bekend. Vermoed wordt dat in zee eieren worden gelegd, waarna de jongen tijdens de lange periode als larve naar brak of zoet water trekken, om als volwassen dier weer naar zee terug te keren.

Jonge dieren kunnen goed in zoet en brak water worden gehouden, volwassen dieren verdragen dit op de lange duur echter niet goed en kunnen het beste als zeevissen worden beschouwd. Voer daarom tijdens het opgroeien het ➛zoutgehalte op. Ook worden de dieren groot en leven lang, 20 jaar oude dieren zijn niet uitzonderlijk bij de juiste verzorging. Houdt deze levendige dieren in een groep van minimaal 5 exemplaren. In de regel vreedzame vissen, al kan onderling serieuze agressie optreden. Zolang er voldoende ruimte en schuilgelegenheid is blijft het bij schermutselingen. Het aquarium kan daartoe met hout en stenen worden ingericht, planten worden meestal opgegeten, al zijn er uitzonderingen. Zorg ook voor voldoende zwemruimte.

Zelden in de handel aangeboden dieren.

árgus

Linnaeus 1766

Argusvis

Groot verspreidingsgebied van zuidelijk India en Sri Lanka oostwaarts tot Tahiti, en van zuidelijk Japan tot de kust van de noordelijke helft van Australië. Te vinden in lagunes, mangrove, havens en de benedenloop van kustrivieren, doorgaans in scholen. Jonge vissen meer solitair, zeer jong als plankton nabij het zeeoppervlak.

Scatophagus argus
De argusvis. © M.E. Bloch

Groen- tot bruinachtig zilver, met regelmatig verspreide ronde rood- tot zwartbruine vlekken, waarvan de grootte variabel kan zijn, bij jonge dieren meestal even groter dan het oog: ziedaar de naam van de vis. Naar de buik witter, vlekken op de bovenste lichaamshelft vervagen bij oudere dieren. Ongepaarde, weekstralige vinnen met kleinere vlekken. Geslachtsonderscheid onbekend. De lengte blijft in de regel halverwege het maximum steken.

Lengte tot 40 cm.

De kweek is in het aquarium nog niet gelukt.

Geschikt voor aquaria vanaf 500 liter.

Temperatuur: 20 tot 28° C

pH: 7-9   dH: 8-18   fH: 14-32   ppm: 130-300

Kopen: ok.

tetracánthus

Lacepède 1802

Wijd verspreid van oostelijk Afrika en Madagaskar tot in Nieuw Guinea en Australië.

Scatophagus tetracanthus
Scatophagus tetracanthus

Kleur en tekening variabel, geel of blauwig zilverwit, met 6 of 7 zwartbruine brede dwarsbanden. Schouder meer of minder oranjerood getint. Buik- en hardstralige deel van de rugvinnen in de kleur van de dwarsbanden, met de voorste rand of vinstraal in de huidskleur.

Lengte tot 40 cm.

Geen kweekervaringen bekend.

Geschikt voor aquaria vanaf 500 liter.

Temperatuur: 22 tot 26° C

pH: 6-7   dH: 8-12   fH: 14-21   ppm: 130-200

Kopen: ok.