PimelodellaPimelodella gracilis

Pimelodélla

= kleine Pimelodus.

Omvangrijk geslacht van meervallen met ruim 70 soorten uit de familie van de ➛Heptapteridae.

Langgerekte en slanke ➛rheofiele meervallen uit Zuid-Amerika. De spitse kop in het verticale vlak afgeplat, daarachter steeds meer zijdelings. Drie paar ➛baarddraden, waarvan één zeer lange op de bovenlip, de andere op de kin. De rugvin staat vrij ver naar voren, daarachter bevindt zich de doorgaans grote vetvin. De staartvin is diep gevorkt, met een iets grotere bovenste lob. Buik- en borstvinnen staan horizontaal. De vrij kleine aarsvin staat kort voor de staartvin. Alle vinnen zijn afgerond.

Vreedzame groepsvissen die rusteloos met een slingerbeweging rondzwemmen en met hun twee lange baarddraden de omgeving gezamenlijk onderzoeken op zoek naar voedsel. Houdt de vissen daarom bij voorkeur in een groep van minimaal vijf dieren. Beter niet combineren met al te kleine vissen die mogelijk als prooi worden gezien. Zorg voor stroming, dit past beter bij hun stijl van zwemmen. Nachtdieren, al te fel licht vermijden opdat ze zich vaker laten zien. Alhoewel bodemdieren, zwemmen deze meervallen er veel boven. Schuilplaatsen zijn echter van belang, liefst voor de hele groep.

Alleseters met een voorkeur voor ➛plantaardig voedsel. Alle voersoorten worden gegeten, ook droogvoer.

Geen van de soorten is in het aquarium nagekweekt.

avanhándavae

Eigenmann 1917

Zoals de naam aangeeft komen de dieren voor bij de Santo Avanhandava watervallen in de Rio Tieté in Brazilië.

Pimelodella avanhandavae
Pimelodella avanhandavae

Vorm als omschreven bij het geslacht. De zeer grote vetvin loopt van de rugvin tot aan de staartwortel. Grondkleur doorschijnend lichtbeige met als enige tekeningen een donkerbruine lengtestreep van de bovenlip over het oog tot op de staartwortel, en een korte voorhoofdsstreep tot boven de kieuwdeksel. Geslachtsonderscheid onbekend.

Lengte tot 9,6 cm.

Verzorging en gedrag als vermeld bij geslacht.

Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.

Temperatuur: 23 tot 27° C

pH: 5-7   dH: 0-12   fH: 0-21   ppm: 0-200

Kopen: ok.

grácilis

Valenciennes 1835

Vorm als aangegeven bij het geslacht. Vetvin zeer lang. Grondkleur enigszins doorschijnend beige. Vanaf de bovenlip tot in de staartknik een donkere lengtestreep. Tot halverwege de transparante rugvin zwarte vlekken tussen de vinstralen. Vinnen verder transparant. Geslachtsonderscheid onbekend.

Lengte tot 18 cm.

Verzorging en gedrag als omschreven bij het geslacht.

Geschikt voor aquaria vanaf 500 liter.

Temperatuur: 22 tot 28° C

pH: 6-8   dH: 4-30   fH: 7-53   ppm: 70-500

Kopen: ok.