= onduidelijke cichlide.
Monotypisch geslacht van cichliden uit de familie van de ➛Cichlidae.
De enige soort is L. robertsi, nadat L. cavalliensis naar het geslacht Chromidotilapia werd verhuisd.
Thys van den Audenaerde & Loiselle 1971
Afkomstig uit de bovenloop van de Pra rivier in het zuiden van Ghana, in beschaduwde kleine beken met een zandbodem en rolkeien.
Langwerpige vissen met een gewelfde rug- en licht gewelfde buiklijn, zijdelings enigszins samengedrukt. De kop is voorzien van een grote muil met stevige lippen. Grondkleur is gelig grijsbruin, met een meer groen getinte rug. Over de lengte loopt een zwarte lengteband, die verdwijnt naar gelang de stemming. Het geslachtsonderscheid is veelvoudig. De schubben bij de man zijn van een zwarte rand voorzien, wat een nettekening oplevert. Achter de borstvin bevindt zich een grote gele vlek, bij de vrouw is ook de keel geel gekleurd. Tevens bevindt zich op haar buik een roze blos. Bij de man zijn de ongepaarde vinnen gepunt, met op de onderste staartvinrand een lichtblauwe zoom. Rug- en aarsvin zijn tussen de vinstralen van rode vlekken voorzien. Bij de vrouw zijn de vinnen afgerond, met langs de rugvinrand een rode en gele zoom, die ook op de staart nog terugkomt.
Lengte ♀ tot 9 cm, ♂ tot 10 cm.
Territoriale dieren, de agressie tegenover soortgenoten blijft echter beperkt. Zorg voor stroming en wat gedempt licht. De dieren zijn te voeren met alle typen voer van dierlijke aard.
Zowel muil- als holenbroeders die zich goed laten kweken. Een legsel van 100 eieren is bekend, de eieren komen na ongeveer drie dagen uit. De vrouw draagt de jongen het meest in de bek. Na een ruime week zwemmen de jongen vrij rond. Deze kunnen direkt met Artemia naupliën worden gevoerd.
Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.
Temperatuur: 24 tot 30° C
pH: 7-8 dH: 0-12 fH: 0-21 ppm: 0-200
Een bedreigde soort. In de handel onbekend, maar mogelijk is nakweek verkrijgbaar via het liefhebberscircuit.
= modder.
Geslacht van tandkarpers met ten minste 20 soorten uit de familie van de ➛Poeciliidae.
Kleine levendbarenden uit zowel zoet als brak water in Midden-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika, met enerzijds een gestrekt lichaam, vergelijkbaar met ➛Poecilia, anderzijds gedrongen en hoog. In beide gevallen is de kop spits en voorzien van een brede bek, rechthoekig en bovenstandig. Vinnen zijn afgerond, alleen de rugvin is bij mannen soms bovenmatig groot. De aarsvin is bij mannen vergroeid tot een ➛gonopodium. Volgens sommige wetenschappers behoren de dieren eveneens tot het geslacht Poecilia, en is Limia daar een ondergeslacht van.
Weinig eisende en levendige dieren. Wel vragen de dieren wat meer warmte dan gemiddeld. Wat betreft voedsel zijn de dieren niet kieskeurig, zorg wel voor een aandeel plantaardig voedsel; het betreft hier echte algeneters, typerend aan de familie.
De kweek verloopt als beschreven bij de familie. Op enkele soorten na vindt er onder Limiasoorten geen hofmakerij plaats en forceren mannen een paring. Dit beperkt de natuurlijke selectie en kan leiden tot minder soortspecifieke eigenschappen.
De naam heeft betrekking op hun deels ➛detrivore eetpatroon.
Valenciennes 1846
Endemisch uit de Dominicaanse republiek en van Haïti.
Lichaamsvorm gestrekt, als beschreven bij het geslacht. Grondkleur zwartbruin, naar de rug toe goudgeel. De zwarte schubranden vormen een nettekening. Op de middelste rij is dit sterker aangezet en resulteert in een lengtestreep. Vinnen kleurloos, de rugvin uitgezonderd. Deze is helder oranje met een dunne zwarte zoom of heeft aan de basis een oranje en zwarte vlek. Soms is ook de staartvin oranje aan de basis.
Lengte ♀ tot 5 cm, ♂ tot 30 mm.
Verzorging en gedrag als vermeld bij het geslacht en familie.
Kweken verloopt als bij het geslacht beschreven. De dracht duurt tot 25 dagen. De tot 40 jongen zijn tot vijf mm groot en eten direkt het gebruikelijke levend en diepvriesvoer, zij het fijner. Vermijd droogvoer om sterfte onder jongen te beperken. De ouders staan bekend om het eten van de eigen jongen en kunnen daarom beter na het werpen apart worden gezet.
Geschikt voor aquaria vanaf 60 liter.
Temperatuur: 24 tot 28° C
pH: 7-8 dH: 8-30 fH: 14-53 ppm: 130-500