IctaluridaeIksookimia koreensis

Ictalúridae

= afgeleid van Ictalurus.

Katvissen

Kleine familie van Noord- en Midden-Amerikaanse meervallen uit de orde van de ➛Siluriformes, verspreid van Canada tot in Guatemala.

Naakte meervallen - zonder beenplaten - met een langwerpig lichaam dat bij de kop breed is en naar de staart smaller en hoger wordt. De brede bek is eindstandig en omgeven met vier paar baarddraden. De korte rugvin heeft in de regel zes vinstralen en staat op de voorste lichaamshelft. De aarsvin is langer, de vetvin klein. Drie geslachten met uitsluitend blinde soorten vallen hieronder.

Van de enkele geslachten is alleen ➛Ictalurus van enige betekenis, de overige worden te groot voor een gemiddeld aquarium.

ídus

= naar het Franse ide.

Leucíscus

ifáti

= naar het Franse I.F.A.T. instituut.

Thayéria

IJzer

Fe

IJzer, chemisch element Fe, is een essentieel ➛sporenelement voor planten, vanwege de rol die het speelt bij de aanmaak van ➛chlorofyl. Planten hebben hiervan dan ook relatief veel nodig. Een tekort aan ijzer is te herkennen aan geelgekleurd bladmoes in bladeren aan groeitoppen, terwijl de hoofdnerven ervan groen blijven. Daarin verschilt het van mangaangebrek, waarbij vooral oudere bladeren vergelen.

IJzer is door planten alleen op te nemen in de tweewaardige vorm, Fe²⁺. Opgelost in water vervalt deze onstabiele vorm echter maar al te graag naar de driewaardige variant, Fe³⁺, wat niet voor planten opneembaar is. Om dat te voorkomen kan het tweewaardige ijzer worden gekoppeld aan een zogeheten ➛chelaat. De koppeling noemt men een complex, waarbij het ijzer niet meer kan reageren met bijvoorbeeld ➛ionen.

IJzer is een immobiele voedingsstof, reden dat het opgelopen tekort zichtbaar is in de groeitoppen: ijzer uit oude plantendelen kan niet worden hergebruikt.

Iksookímia

= naar een Koreaanse naam.

Klein geslacht van karpers met 5 soorten uit de familie van de ➛Cobitidae.

Slanke modderkruipers met een rolrond, zeer langwerpig lichaam die een sterke gelijkenis tonen met ➛Pangio. Alleen het achterste deel van het lichaam vanaf de aarsvin is zijdelings samengedrukt. De kop is langwerpig met hoog staande ogen en doen aan een paardenhoofd denken. Rondom de mondopening staan een achttal korte baarddraden. Onder het oog bevindt zich een inklapbare stekel, die in geval van angst of agressie kan worden uit- en vastgezet, bijvoorbeeld als ze gevangen worden. Dit is iets om rekening te houden, bij grotere dieren kunnen de stekels ook een plastic zak openhalen.Mannen zijn te herkennen aan de verlengde voorste borstvinstraal, vrouwen aan de zwaardere buikpartij.

Agressief zijn deze vreedzame en sociale vissen zelden, ook niet naar elkaar. Houdt ze daarom bij voorkeur met een klein groepje van vijf dieren. Combineren met andere vissen uit een zelfde leefomgeving is goed mogelijk, vermijd daarbij al te territoriale soorten. Zuurstofbehoeftige dieren, die gevoelig zijn voor afnemende waterkwaliteit, zorg voor flink wat waterbeweging en vers water, een regelmatige waterwissel is belangrijk. Voeg eventueel een ➛stromingspomp toe. Een bodem van fijn zand is aan te raden.

Alle Iksookimia's komen ➛endemisch voor in Korea. Het geslacht is relatief kort geleden ontdekt en in Europa vrijwel niet in de handel te verkrijgen.

koreénsis

Kim 1975

Te vinden in langzaam stromend water op een bodem van zand en grind.

Lichaam als beschreven bij het geslacht. Op een wit-beige ondergrond 10 of meer dunne chocladebruine dwarsstrepen op de onderste helft van de flank. Daarboven gaan deze over in een fijn marmerpatroon, welke op de rug met brede banden zijn verbonden. Aan de bovenkant van de staartwortel een zwart-bruine vlek. Rug- en staartvin vertonen in hetzelfde bruin dunne lijnen dwars op de vinstralen. Mannen hebben een duidelijk verlengde eerste borstvinstraal en een verdikte basis bij de tweede.

Iksookimia koreensis
Iksookimia koreensis.

Lengte tot 13 cm.

Verzorging en gedrag als vermeld bij het geslacht.

Deze vis is nog niet nagekweekt in gevangenschap.

Geschikt voor aquaria vanaf 100 liter.

Temperatuur: 20 tot 24° C

pH: 7-8   dH: 4-18   fH: 7-32   ppm: 70-300

Kopen: nee.