= naar de Amerikaanse zoöloog Holland.
Klein geslacht van karperzalmen met 2 soorten uit de familie van de ➛Characidae.
Wat grotere, in scholen levende Zuid-Amerikaanse karperzalmen met een wat roofzuchtige levenswijze. Slechts één soort, H. multifasciatus, is een oudgediende in de hobby, maar alleen met veel moeite verkrijgbaar.
Eigenmann & Norris 1900
Inheems in Brazilië, in rivieren langs de zuidoostelijke kuststrook met beperkte stroming en een dichte plantengroei.
Hoog spoelvormig lichaam met een grote kop met dito bovenstandige bek, voorzien van goed zichtbare tanden. De kleur is roodachtig geelbruin, met 6 tot 9 duidelijke, dunne zwarte lengtestrepen op de onderste helft van de flank, daarboven enkele dunnere. Schoudervlek en vetvin aanwezig. Anaalvin vrij lang, staart gevorkt. Vinnen doorschijnend, voorste stralen van anaal- en buikvinnen paarsig wit. Vrouwen wat voller van bouw en groter, mannen sterker van kleur met een vlakkere buiklijn. Aangegeven lengte wordt in de regel niet gehaald.
Lengte ♀ tot 9,5 cm, ♂ tot 8,5 cm.
Vreedzame en sterke dieren, al kunnen al te kleine medebewoners als voedsel eindigen. Vragen zwemruimte, zorg ook voor een minimum aantal van acht dieren. Een dichte beplanting is echter van belang om tussen te kunnen schuilen, de dieren kleuren dan mooier. Weinig kieskeurig met voedsel, eet voornamelijk dierlijk voer, maar enig ➛plantaardig voedsel is ook van belang. Oudere dieren zouden een groter plantaardig aandeel verlangen.
De kweek lukt zelden, maar verloopt als andere karperzalmen. Vrijleggers zonder broedzorg. Eieren worden in de ochtend afgezet en komen na ongeveer drie dagen uit. Jongen zwemmen na twee dagen vrij.
Geschikt voor aquaria vanaf 180 liter.
Temperatuur: 15 tot 28° C
pH: 6-8 dH: 4-18 fH: 7-32 ppm: 70-300