= vis met halve lengtestreep.
Klein geslacht van cichliden met 2 soorten uit de familie van de ➛Cichlidae.
Cichliden die endemisch in het gehele ➛Malawimeer in oostelijk Afrika voorkomen in de overgangszone tussen rotsen en zand. Vrouwelijke dieren en jongen leven in grote scholen, mannen ➛solitair of als koppel.
Hoge, langwerpig ovale dieren met een grote, spitse kop, met daarin een grote, wat bovenstandige bek. Laatste maakt duidelijk dat het om roofvissen gaat, de vorm van de tanden lijkt op rovers van eieren en jonge vissen te wijzen, zogeheten pedofagen. Staart driehoekig. Vinnen grotendeels transparant, met enkele accenten. De naam verwijst naar de onderbroken, gedeeltelijke lengteband over het midden. Mannen groter en met grote eivlekken in de aarsvin.
Onderling vrij agressieve dieren, met name de mannen, wat in de paartijd nog versterkt. Niet combineren met al te kleine medebewoners, deze eindigen vroeg of laat als voer. Bij voorkeur twee of meer vrouwen bij een man plaatsen, of een veelvoud daarvan. dat laatste vraagt veel ruimte.
Te voeren met grof levend en diepvriesvoer, denk aan ➛Mysis, Acilius larven, kleine visjes. Wildvang dieren eten in de regel moeilijk ➛droogvoer.
Oliver 2012
Grondkleur donker zilvergrijs met een oranjegele gloed, die ook in de rugvin is te zien. Vinnen transparant, rugvin met een dunne zwarte en soms oranjegele rand, buikvinnen met witte punten. Over het midden begint kort achter de kieuwdeksel een vrij brede, zwarte, soms onderbroken lengteband, die tot op de staartwortel loopt. Daarboven loopt vanaf het voorhoofd een onderbroken dunnere band parallel aan de ruglijn tot halverwege de rugvin. Ook zijn 10 tot 11 zwakke, regelmatige dwarsbanden zichtbaar vanaf de kieuwdeksel tot op de staartwortel. Langs de rugvin zijn op geregelde afstand zwarte vlekken te zien.
Lengte ♀ tot 14 cm, ♂ tot 18 cm.
Over de kweek zijn geen gegevens te vinden maar verloopt vermoedelijk als bij het H. urotaenia.
Geschikt voor aquaria vanaf 300 liter.
Temperatuur: 24 tot 28° C
pH: 7-9 dH: 12-0 fH: 21-0 ppm: 200-0
Kopen: ok.
Regan 1922
Kleur variabel, afhankelijk van de locatie. Grondtoon zilvergrijs of -blauw met een groenige weerschijn of geelbruin. Bij veel dieren is op de achterste helft zijn vanaf het midden naar boven drie zwarte dwarsbanden die alle op dezelfde afstand onderbrekingen vertonen. Acht tot negen onduidelijke dwarsbanden zijn meer of minder zichtbaar. Een dunne witte zoom kan in de rugvin voorkomen, vaak samen met een rode. Staartvin met transparant blauwwitte vlekjes.
Lengte ♀ tot 18 cm, ♂ tot 25 cm.
Over de kweek is weinig informatie; mannen graven in de overgangszone een kuil waarin wordt afgezet.
Geschikt voor aquaria vanaf 500 liter.
Temperatuur: 24 tot 28° C
pH: 7-9 dH: 12-30 fH: 21-53 ppm: 200-500
Oorspronkelijk beschreven als Haplochromis urotaenia.
Kopen: ok.